Wat is er nodig voor verdere implementatie en het verankeren ervan?
Definitie ondernemend onderwijs.
Docenten en schoolleiders hebben nog steeds moeite met de definitie. Volgens mij betekent ondernemend onderwijs dat het onderwijs de kansen biedt en gebruikt die het om zich heen en die het binnen in de organisatie vindt. Kansen krijgen, zien of benutten vergt partnerschap, kennis van de stakeholders en de ontwikkelingen in de markt, een flexibele instelling en idem inrichting van het lesprogramma. Het besef dat de weg belangrijker is dan het doel zodat vallen en opstaan bij het leerproces geaccepteerd en aangemoedigd wordt. Iets DOEN met de kennis of door DOEN kennis vergaren.
Ondernemend is iets anders dan ondernemerschap. Toch zijn vaardigheden van ondernemerschap belangrijk om mensen te laten functioneren in een snel veranderende maatschappij. Kansen voor ondernemen in onderwijsprogramma’s die al langer op het verlanglijstje stonden:
-snellere implementatie nieuwe technieken (IT)
-groot gedeelte traject heeft te maken met loopbaanontwikkeling voor de leerlingen en studenten. Talent ontdekken en ontwikkelen.
-docenten worden weer meer zelf eigenaar van hun onderwijs ondersteund door stakeholders van de school
Waar loopt men tegenaan?
Onderwijsinstellingen zijn per definitie minder in beweging dan de maatschappij, maar zouden dat wel kunnen en moeten zijn.
Onderwijsinstellingen doen waar ze goed in zijn maar zijn nog minder op partners gericht. Jaren voerde men een concurrentiestrijd met scholen in de omgeving. Gericht op vastgelegde resultaten die extern als eindtermen worden geformuleerd. En niet onbelangrijk: de extra vaardigheden en kennis die ondernemend onderwijs bieden worden nog niet voldoende beloond door inspectie. De vaardigheden zijn ook voor docenten nog niet altijd goed te toetsen. Indien zij dat doen zijn de criteria nog niet aangepast aan de “buitenwereld”. Kennis is goed te toetsen maar vaker verouderd. Het ondernemerschap en inzicht daarin is de afgelopen sterk veranderd en nog steeds in ontwikkeling.
Docenten zijn zich nog niet altijd bewust van de win-win van stakeholders bij een samenwerking in welke vorm dan ook. Onderwijs heeft de toekomstige partners en klanten voor ondernemend en werkend Nederland maar dat zien docenten niet direct.
De toekomst is niet te voorspellen waardoor het onderwijs flexibeler ingericht kan worden met initiatieven van binnenuit en naar aanleiding van kansen die zich voordoen vanuit de omgeving en partners. Maar het merendeel van de docenten zijn nog niet gewend het onderwijs naar eigen inzicht, kennis en ervaring zelf vorm te geven. Dus zeker niet om dat mede vorm te laten geven door leerlingen, studenten en ondernemers. Dat zit talentontwikkeling nog in de weg.
Mijn ervaringen tijdens trainingen
Tussen 2015-2017 op de scholen kwam ik erachter dat:
-een ondernemend programma meer oplevert aan kennis en vaardigheden dan die door de eindtermen genoemd worden. “Hoe belonen we dan toch de leerling?” zou al een training op zich waard zijn.
-docenten vaak moeite hebben met het formuleren van de kennis en vaardigheden die zij met hun lesstof aanleren omdat de leermethodes dat altijd voor hen deden.
-de schoolleiding een andere rol gaat spelen en dus ook ondernemend leiderschap zou moeten laten zien. Vertrouwen in personeel en leerlingen, meer kansen zien en mogelijkheden. Het eigen netwerk ook ter beschikking stellen voor de docenten gebeurt nog te weinig.
-docenten ook voor zichzelf een taak zien buiten de schoolmuren en netwerken dus een prima vorm van bijscholing is. Daar is nu geen ruimte voor in volle roosters en overlegschema’s.
Wat zou de volgende stap kunnen zijn?
-Ondernemers die, niet aan de zijlijn maar ook daadwerkelijk, een bijdrage gaan leveren met vernieuwde kennis en vaardigheden en die deze uitwisselen met docenten en leerlingen, studenten en schoolleiding. Dan heb ik het niet alleen over een gastles maar over uitwisselen van kennis. Die verdieping met vernieuwde kennis vanuit de praktijk kunnen docenten zo aangeleverd krijgen. Kennis uit de omgeving van de school: vanuit hun netwerk. Door met ondernemers om te gaan maak je ook kennis met de ondernemersvaardigheden.
Maar dat netwerk moet je niet aangeleverd krijgen, zoals nu vaker het geval is, maar actief gestimuleerd worden om dat in de omgeving van de school op te bouwen. Weten wat de win-win is en netwerken als instrument gaan waarderen
-Nog meer de aandacht naar het ontwerpen van lessen, lessenseries, programma’s of projecten.
-Het arrangeren van ondernemend onderwijs opnemen in het programma van docentenopleidingen
Over welke vaardigheden hebben we het dan?
Door ondernemend onderwijs neer te zetten werk je aan ondernemendheid en de vaardigheden die daarbij horen. Iedereen die erbij betrokken is dus ook de docenten en de schoolleiding werken hieraan.
Kennis en vaardigheden
- Kunnen netwerken en het netwerk kunnen onderhouden
- Inzicht in eigen kunnen zodat op tijd externe kennis of vaardigheden gezocht kunnen worden
- Kunnen overtuigen
- Kunnen onderhandelen
- Communicatievaardigheden
- Managementvaardigheden
- Problemen op kunnen lossen
- Kunnen organiseren
- Analytische vaardigheden
- Kunnen omgaan met cijfers
- Situaties kunnen inschatten op belangrijkheid
- Economisch inzicht hebben
- Klantgerichtheid
- Inschatten van risico’s: weten wat zij in kunnen en willen zetten
- Het kunnen inzetten van IT en media voor promotie, verkoop en het delen en opdoen van kennis en voor de samenwerking
- Daarnaast is zelfkennis belangrijk: wat je echt bezighoudt, weten wat je kunt, je grenzen kennen en kunnen reflecteren op eigen handelen.
Hoe herken je ondernemende mensen?
- Ze zijn proactief
- Ondernemende types bepalen zelf het risico en durven daarbinnen te acteren
- Ze nemen snel beslissingen over wat er moet gebeuren en ondernemen dan onmiddellijk actie.
- Nemen verantwoordelijkheid. Ze zien wat er beter kan, of waar anderen behoefte aan hebben en handelen daarnaar.
- Ze zijn vaak innovatief. Ondernemende types zien kansen en houden van ontwikkeling.
- Ondernemende mensen durven hun eigen plan te trekken maar kunnen ook samenwerken en zelfs co-creëren.
- Ondernemende types zijn vaak resultaatgericht. Ze gaan doelgericht te werk en handelen daarnaar.
Een ondernemende houding is essentieel voor de toekomst. Eigenlijk voor iedereen. Daarbij hoort het vermogen om regie en verantwoordelijkheid te nemen over eigen projecten en initiatieven. Onafhankelijk zijn de docenten niet maar moeten wel de ruimte krijgen het programma optimaal in te kunnen zetten, uit te proberen en aan te passen. In de ruimte om te ontdekken en uit te proberen ligt de kans om leerlingen en studenten uit te dagen en de zoektocht naar competenties en passie te verwezenlijken. Wij hebben het over talent maar dat beschouw ik als iets waar je zoveel tijd in wilt stoppen om daar goed in te worden. Als je als onderwijsinstelling die zoektocht kan faciliteren en ondersteunen werk je aan talentontwikkeling.
Wat zou de volgende stap kunnen zijn om ondernemend onderwijs een duidelijk plaats en stimulans te geven?
1.Werken aan de competenties en vaardigheden van de docenten zelf die hierboven benoemd zijn. Die input kunnen ondernemers het beste leveren die elk in hun specialisatie de meeste actuele kennis hebben maar ook de vaardigheden laten zien.
2.Vooral aandacht besteden aan lesstof arrangeren door docenten met inzet en feedback van het team. Dat betekent eigenaarschap, inzicht in eigen vaardigheden en wat er nog te leren valt en krijgt de leerling ook de ruimte om te kunnen vallen en opstaan maar ook om te excelleren.
3.Het kunnen inzetten van de kennis en ervaring van het opgebouwde netwerk. Als ik docenten dat laat ontwerpen is er geen docenten die daar niet blij van wordt omdat zij dan ook hun eigen interesses, kennis, relaties in de lessen kunnen verwerken. Het faciliteren om docenten te kunnen laten netwerken is van belang om het netwerk op te zetten en te onderhouden. Maar ook om actuele kennis op te doen. Leren wat win-win voor de ondernemer is die aanhaakt. De vraag durven stellen: ”Wat kan ik voor jouw onderneming doen?”.
4.Dat leden van de schoolleiding hun leiderschapsrol durven aan te passen en een meer faciliterende rol kunnen gaan spelen. Samenwerking met andere scholen gaan zoeken waar dat interessant is. Dat is eenvoudig als een school een Unique Selling Point heeft: dan zijn er geen concurrenten maar potentiële partners om samen te werken op bepaalde vlakken. De schoolleiding zal mee kunnen denken met de docenten en ook hun netwerk beschikbaar kunnen stellen.
- Inzicht voor docenten, schoolleiding en leerlingen dat samenwerking duidelijk iets anders is dan met mensen met verschillende kwaliteiten en achtergrond iets nieuws opzetten: co-creëren. Iets dat ondernemers de laatste jaren in staat stellen met iets unieks te komen of te innoveren. Dat daagt uit en voegt nieuwe kennis en vaardigheden toe.
Ondernemen is een avontuur en ondernemend onderwijs dus ook. Kansen zijn niet altijd te voorspellen dus tijdens het traject kunnen er ook plannen aangepast worden. Dat heet ‘avontuur’. Dat kan door op een bepaalde manier de lessen te ontwerpen. De rol van de docent verandert maar die van de leerling/student ook. Voor de schoolleiding is de houding van essentieel belang om allen een mooi avontuur te gunnen.